Objecten publiceren

U kunt bestaande objecten publiceren vanaf gecomprimeerde (ZIP) shapefiles, CSV-bestanden (met door komma's gescheiden waarden) of ArcMap-documenten om te worden gehost als objectlagen op ArcGIS Online. U kunt ook een lege objectlaag publiceren zodat leden van uw organisatie er objecten kunnen aan toevoegen.

Objectlagen zijn handig als u vectorgegevens beschikbaar wilt maken voor weergave, query's en bewerking op het web.. Het hosten van een objectlaag op ArcGIS Online is een eenvoudige manier om gegevens online te delen met andere mensen, indien uw eigen GIS-server niet openbaar kan worden gemaakt. Als u het toestaat, kunnen uw services overal op internet worden gebruikt in kaarten, apps en map viewers voor desktops.

Objectlagen zijn vooral geschikt voor operationele kaartlagen die over referentielagen heen kunnen worden geplaatst, zoals over een basiskaart heen. Een objectlaag bevat bijvoorbeeld informatie over verkeersborden in uw wijk. Elk object (elk bord) bevat bijvoorbeeld de naam van het bord, de datum waarop het is geplaatst en een website-URL om problemen te rapporteren aan de lokale afdeling straatonderhoud.

Een shapefile of CSV-bestand publiceren

U kunt uw bestanden uploaden naar de cloud van Esri en deze als services laten hosten om objectlagen via het web toegankelijk te maken vanaf shapefiles (verpakt in een ZIP-bestand) of CSV-bestanden (met door komma's gescheiden waarden). Naar deze services wordt verwezen als gehoste objectlagen. Dit is een handige manier als u geen ArcGIS-producten lokaal hebt geïnstalleerd.

In de onderstaande stappen wordt beschreven hoe u objecten kunt publiceren via de ArcGIS.com-website met behulp van een shapefile of CSV-bestand De objecten worden gepubliceerd in het WGS 1984 Web Mercator-coördinatensysteem (Auxiliary Sphere). Uploads van meer dan 5 GB worden niet ondersteund en zullen leiden tot een fout.

Stappen:
  1. Controleer of u bent aangemeld en of u een publisher in uw organisatie bent. Als u een groot bestand wilt publiceren, schakelt u het selectievakje Mij aangemeld houden in wanneer u zich aanmeldt. Zo kunt u voorkomen dat er een time-out van de website optreedt voordat de objectlaag is gemaakt.
  2. Open Mijn Content en klik op de knop Item toevoegen.

    Het venster Item toevoegen wordt geopend.

  3. Kies Op mijn computer bij Het item is.
  4. Klik op de knop Bladeren en kies het bestand op uw computer.
  5. Shapefiles moeten worden gecomprimeerd als ZIP-bestand met SHP-, SHX-, DBF- en PRJ-bestanden. Als het ZIP-bestand meerdere shapefiles bevat, worden die allemaal opgenomen in de objectlaag.

    CSV-bestanden moeten adresgegevens of breedtegraad- en lengtegraadcoördinaten in decimale graden bevatten. CSV-bestanden moeten worden opgemaakt en opgeslagen met de extensie .csv. Andere typen tekstbestanden kunnen niet worden gepubliceerd.

  6. Typ een titel.
  7. Typ termen van labels gescheiden door komma's.

    Labels zijn woorden of korte zinnen die het item beschrijven en waarmee het item gemakkelijker vindbaar is. Provinciaal gebied wordt beschouwd als één label, maar Federaal,land wordt beschouwd als twee labels.

  8. Schakel het vakje in naast Dit bestand publiceren als een objectlaag.

    Als u het vakje niet inschakelt, wordt uw gegevensbestand toegevoegd aan Mijn Content, maar er wordt geen objectlaag gemaakt. U kunt de objecten later publiceren als u dat wilt. Zie Items toevoegen voor meer informatie.

  9. Kies of u de objecten wilt lokaliseren op breedte- en lengtegraad of op adres.

    ArcGIS Online geocodeert standaard adressen op basis van de regio van uw organisatie.

  10. Als u het land dat ArcGIS Online gebruikt om uw adressen te geocoderen, wilt wijzigen, selecteert u een ander land in de vervolgkeuzelijst Land. Als uw bestand adressen bevat van meerdere landen of van een land dat niet in de lijst staat, selecteert u Wereld.
  11. Controleer de veldtypen en de locatievelden. U kunt deze wijzigen indien nodig.
    1. Klik op een cel Veldtype om een ander type te kiezen.
    2. Klik op een cel Locatieveld om een ander veld te kiezen.
  12. Klik op Item toevoegen.

Uw bestand wordt gepubliceerd als een gehoste objectlaag. Het kan enige tijd duren om het bestand te uploaden. Eén manier om de nieuwe objectlaag te testen is door deze weer te geven in de ArcGIS.com-map viewer.

Het gegevensbestand en de objectlaag worden afzonderlijk toegevoegd aan Mijn Content. U kunt de itemdetails bewerken en de items delen. De items zijn onafhankelijk van elkaar. Als u bijvoorbeeld de thumbnail wijzigt in de itemdetails van de objectlaag, wordt de thumbnail in de itemdetails van het bestand niet automatisch bijgewerkt.

Een ArcMap-document publiceren

In ArcMap kunt u een objectlaag publiceren om deze te hosten op ArcGIS Online. De gehoste objectlaag publiceert alle vectorgegevenssets die in het kaartdocument aanwezig zijn.

U hebt een internetverbinding nodig om deze stappen uit te voeren. De snelheid en bandbreedte van uw verbinding zijn van invloed op de snelheid waarmee de objectlaag wordt gepubliceerd.

Standaard is bewerken niet ingeschakeld op gehoste objectlagen. U kunt bewerken inschakelen in ArcMap als u voor de eerste keer publiceert of een bestaande objectlaag overschrijft.

Let opLet op:

Als u een gehoste objectlaag overschrijft, wordt de bestaande objectlaag verwijderd van ArcGIS Online, er wordt een nieuw item gemaakt met dezelfde naam, maar het item wordt in de hoofdmap gemaakt en er wordt een nieuwe ID aan toegewezen. U moet het delen opnieuw configureren en indien nodig het item terugplaatsen in de map waarin het zich bevond voordat u het opnieuw publiceerde. U moet ook eventuele pop-ups of symbolen die u eerder op het item hebt opgeslagen, opnieuw configureren.

Bedenk ook dat webbrowsers sommige complexere cartografische symbolen die u oorspronkelijk hebt gebruikt bij het maken van de kaart in ArcMap, niet kunnen weergeven. De meeste symbooltypen zijn beschikbaar, maar in sommige gevallen worden de symbolen gedowngraded wanneer u deze publiceert. Zie Featureservices maken in de ArcGIS for Server Help voor meer details over welke symbolen worden ondersteund en breng eventueel vereiste wijzigingen aan in uw kaartsymbologie voordat u gaat publiceren.

Stappen:
  1. Start ArcMap en open de kaart die u wilt publiceren.
  2. Klik op Bestand (File) > Aanmelden (Sign in).
  3. Typ uw naam en wachtwoord voor ArcGIS Online en klik op Aanmelden.
  4. Klik op Bestand (File) > Delen als (Share As) > Service.
  5. Kies Een service publiceren(Publish a service) en klik op Volgende (Next).
  6. Kies Mijn gehoste services (My Hosted Services) in de vervolgkeuzelijst met verbindingstypen. Typ een naam voor uw objectlaag en klik op Doorgaan.
  7. Klik in het linkerdeelvenster van de Service-editor op Mogelijkheden en schakel Objecttoegang in om uw kaart als een objectlaag te publiceren. U kunt facultatief ook Kartering met tiles inschakelen, hoewel u in de meeste scenario's een verschillende set lagen en een ander kaartdocument voor het publiceren van een tilelaag gebruikt.

    U kunt klikken op het subitem Objecttoegang in het linkerdeelvenster van de Service-editor om geavanceerde eigenschappen in te stellen voor datgene wat clients met de gehoste objectlaag kunnen doen. Zie Editormachtigingen voor featureservices als u wilt weten hoe u de typen bewerkingen aanpast die eindgebruikers in uw gehoste objectlaag kunnen aanbrengen.

  8. Stel andere gewenste eigenschappen voor uw gehoste objectlaag in. U kunt opgeven wat gebruikers met uw objectlaag kunnen doen en u hebt in hoge mate zeggenschap over de manier waarop de server deze weergeeft.

    Zie Services optimaliseren en configureren voor informatie over de optimale configuratie van uw gehoste objectlaag voor implementatie. Bepaalde eigenschappen waarnaar in dit artikel wordt verwezen, zijn alleen van toepassing op ArcGIS for Server en zijn niet van toepassing wanneer u werkt met objectlagen op ArcGIS Online. Er is voor de gehoste kaartlagen van ArcGIS Online bijvoorbeeld geen optie om het minimum- en maximumaantal instances van de service in te stellen omdat Esri de service voor u schaalt.

    TipTip:

    Als u tijdens deze sessie de Service-editor sluit, wordt u gevraagd uw werk op te slaan als een conceptservice. Conceptservices stellen u in staat later terug te gaan naar uw serviceconfiguratiewerk. Conceptservices worden standaard opgeslagen in de map Concepten van uw verbinding met Mijn gehoste services. Zie Conceptservices voor meer informatie.

  9. Er zijn een paar extra eigenschappen die u moet instellen en die specifiek zijn voor gehoste objectlagen. Deze worden uitgelegd in de volgende stappen.
  10. Klik in het linkerdeelvenster van de Service-editor op Itembeschrijving en geef een samenvatting en labels voor uw kaartlaag op. U moet deze gegevens invoeren voordat u kunt publiceren. Zie Mapservice-eigenschappen instellen voor meer informatie.
  11. Klik in het linkerdeelvenster van de Service-editor op ArcGIS Online en kies met wie de objectlaag moet worden gedeeld. Uw gehoste objectlaag is standaard privé, wat betekent dat deze alleen voor u toegankelijk is. Uw gehoste objectlaag is altijd zichtbaar in Mijn Content, maar u kunt er ook voor kiezen om deze te delen met iedereen of alleen met leden van bepaalde ArcGIS Online-groepen.
  12. Klik in de Service-editor op AnalyserenAnalyseren.

    Er wordt gecontroleerd of uw kaart kan worden gepubliceerd. U moet de FoutenFout oplossen in het venster Voorbereiden voordat u uw kaart kunt publiceren. U kunt facultatief ook de waarschuwingen en mededelingen herstellen om de prestaties en het uiterlijk van uw gehoste objectlaag verder te verbeteren. Zie Uw GIS-resource analyseren voor meer informatie over het oplossen van deze kwesties.

  13. Klik desgewenst in de Service-editor op VoorbeeldVoorbeeld. Dit kan u een idee geven van de manier waarop uw objectlaag er uitziet wanneer deze op internet wordt bekeken.
  14. Nadat u de fouten en eventueel waarschuwingen en berichten hebt opgelost, klikt u op PublicerenPubliceren (Publish).
    OpmerkingOpmerking:

    Uw gegevens worden nu naar de server gekopieerd. De grootte van de gegevens en de snelheid en bandbreedte van uw internetverbinding hebben invloed op de tijd die nodig is om uw service te publiceren.

Zodra uw objectlaag is gepubliceerd en gehost op ArcGIS Online, ziet u deze wanneer u de node Mijn gehoste services in het venster Catalogus uitvouwt.

Standaard retourneren objectlagen die vanuit een ArcMap-document worden gepubliceerd slechts 1.000 records. Deze limiet is configureerbaar in het publisherdialoogvenster als u een nieuwe objectlaag publiceert of een bestaande gehoste objectlaag overschrijft.

Een lege objectlaag publiceren

Met de ArcGIS.com-website kunt u een gehoste objectlaag maken die leeg is en kan worden bewerkt. U kunt deze objectlaag configureren zodat de extent en het schema van een bestaande objectlaag worden gebruikt. U beschikt bijvoorbeeld over een objectlaag die de perimeters van een bestaande bosbrand weergeeft. Als er een nieuwe bosbrand ontstaat, kunt u een nieuwe lege objectlaag maken vanaf uw bestaande kaartlaag. U kunt de nieuwe kaartlaag vervolgens invullen met de grens en attributen van de nieuwe bosbrand.

Uw account moet over de rol Beheerder of Publisher beschikken om op deze manier een objectlaag te kunnen maken.

Volg deze stappen om een lege objectlaag te maken.

Stappen:
  1. Meld u aan bij uw ArcGIS.com-account voor de organisatie en klik op Mijn Content.
  2. Klik op de knop Service maken.
  3. Kies een bestaande objectlaag waarvan u de kaartlagen wilt toepassen op de nieuwe objectlaag. U kunt op verschillende manieren te werk gaan:
    • Kies Objectlaag maken vanaf: een bestaande objectlaag en selecteer een van uw objectlagen in de vervolgkeuzelijst. De lijst bevat standaard alleen items van Mijn Content. Vink Items in mijn organisatie opnemen aan om alle objectlagen van uw organisatie weer te geven.
    • Kies Objectlaag maken vanaf: een bestaande objectlaag en typ de URL van een bestaande gehoste objectlaag.
    • Kies Objectlaag maken vanaf: een template en selecteer een van de templateobjectlagen van Esri op ArcGIS Online.

    Welke manier u ook gebruikt, u moet kiezen welke kaartlagen in de nieuwe objectlaag moeten worden opgenomen. Vink het vakje aan naast elke laag die u wilt opnemen.

    Met deze stap kunt u geen objecten toevoegen aan of kopiëren naar uw nieuwe gehoste objectlaag. U definieert alleen de kaartlagen (en gekoppelde attribuutvelden) die beschikbaar zullen zijn.

    Als u klaar bent met kiezen van de kaartlagen, klikt u op Volgende.

  4. Pan de testkaart naar het standaardextent dat u voor uw nieuwe objectlaag wilt en klik op Volgende.

    Deze stap helpt u om het bereik van de kaartlaag te verfijnen wanneer u deze voor het eerst bewerkt.

  5. Typ een titel, tags, samenvatting en locatie voor uw objectlaag en klik vervolgens op Gereed. U wordt naar de pagina met itemdetails van uw nieuwe gehoste objectlaag gebracht.
  6. Let opLet op:

    Standaard is bewerken ingeschakeld op uw nieuwe gehoste objectlaag. Schakel bewerken uit als u niet wilt dat gebruikers deze onmiddellijk kunnen bewerken.

2/14/2014