Items toevoegen

De eerste stap om uw kaarten en apps te delen, is deze toe te voegen aan de site. U kunt bestanden van uw computer, items van het web en apps toevoegen.

Bestanden vanaf uw computer toevoegen

U kunt ondersteunde bestanden van uw computer toevoegen aan de website en deze delen zodat anderen de bestanden kunnen downloaden en openen in desktopapplicaties. Als u CSV-bestanden deelt met iedereen (openbaar), kunt u de URL gebruiken die verschijnt in de pagina met itemdetails om het CSV-bestand toe te voegen als een weblaag. Bovendien kunnen organisatieaccounts afbeeldingsbestanden toevoegen en de URL gebruiken om afbeeldingen weer te geven in webapps, pop-ups enzovoort. U moet de CSV- en afbeeldingsbestanden met iedereen (openbaar) delen om de URL te zien in de pagina met itemdetails.

Stappen:
  1. Controleer of u bent aangemeld.
  2. Open Mijn Content en klik op de knop Item toevoegen.
  3. Kies Op mijn computer bij Het item is.
  4. Klik op de knop Bladeren en kies het bestand op uw computer.
  5. Als u een ZIP-bestand hebt geüpload, kiest u de inhoud van het bestand, bijvoorbeeld kaarttemplate of codevoorbeeld.
  6. Als u een codevoorbeeld (.zip) hebt geüpload, kiest u de taal van het voorbeeld, bijvoorbeeld Java of C++.
  7. Typ een titel.
  8. Typ labels.

    Labels zijn woorden of korte zinnen die het item beschrijven. Scheid termen door komma's. Provinciaal gebied wordt beschouwd als één label, maar Provinciaal, gebied wordt beschouwd als twee labels.

  9. Klik op de knop Item toevoegen.
Mijn Content

Als uw bestand is toegevoegd, verschijnt het in Mijn Content en kunt u de itemdetails bewerken en de applicatie delen.

OpmerkingOpmerking:

De volgende bestandstypen moeten door een organisatieaccount worden toegevoegd aan de website: Afbeeldingsbestand (.jpg, .jpeg, .png, .tif, .tiff), Microsoft Excel-document (.xls, .xlsx), Microsoft PowerPoint-document (.ppt, .pptx), Microsoft Visio-document (.vsd), Microsoft Word-document (.doc, .docx) en Portable Document Format-bestand (.pdf).

Gegevensbestanden als gehoste objectlagen publiceren

Als publisher binnen de organisatie kunt u gehoste objectlagen publiceren wanneer u een shapefile of CSV-bestand uploadt. U kunt ook gehoste objectlagen maken van een servicedefinitiebestand dat is gemaakt in ArcGIS voor Desktop 10.1 of hoger. Wanneer u shapefiles, CSV- of servicedefinitiebestanden aan Mijn Content toevoegt, is er een optie om het bestand als een objectlaag te publiceren. Als u de gegevens niet wilt publiceren op het moment dat u het bestand toevoegt, kunt u deze later publiceren door de onderstaande stappen te volgen.

Stappen:
  1. Controleer of u bent aangemeld en of u een publisher van uw organisatie bent.
  2. Open Mijn Content en klik op de titel van het gegevensbestand dat u als een gehoste objectlaag wilt publiceren.
  3. Klik op de knop Publiceren.
  4. Typ een titel.
  5. Typ labels.

    Labels zijn woorden of korte zinnen die het item beschrijven. Scheid termen door komma's. Provinciaal gebied wordt beschouwd als één label, maar Provinciaal, gebied wordt beschouwd als twee labels.

  6. Kies of u de objecten wilt lokaliseren op breedte- en lengtegraad of op adres.

    ArcGIS Online geocodeert standaard adressen op basis van de regio van uw organisatie.

  7. Als u het land dat ArcGIS Online gebruikt om uw adressen te geocoderen, wilt wijzigen, selecteert u een ander land in de vervolgkeuzelijst Land. Als uw bestand adressen bevat van meerdere landen of van een land dat niet in de lijst staat, selecteert u Wereld.
  8. Controleer de veldtypen en de locatievelden.
    1. Klik op een cel Veldnaam om de naam te wijzigen.
    2. Klik op een cel Veldtype om een ander type te kiezen.
    3. Klik op een cel Locatieveld om een ander veld te kiezen.
  9. Klik op de knop Publiceren.

Uw bestand wordt gepubliceerd als een gehoste objectlaag. Eén manier om de nieuwe service te testen is door deze weer te geven in de ArcGIS.com-map viewer.

Het gegevensbestand en de laag worden in Mijn Content als twee items getoond. U kunt de itemdetails bewerken en de items delen. De items zijn onafhankelijk van elkaar. Als u bijvoorbeeld de thumbnail wijzigt in de itemdetails van de laag, wordt de thumbnail in de itemdetails van het bestand niet automatisch bijgewerkt.

Items toevoegen vanaf het web

Als u een item toevoegt van het web, verwijst u naar het REST-endpoint (URL). De website slaat niet het item zelf op. U kunt verwijzen naar ArcGIS Server-services, KML en OGC WMS. U kunt ook verwijzen naar documenten en afbeeldingen die op het web zijn opgeslagen.

Stappen:
  1. Controleer of u bent aangemeld.
  2. Open Mijn Content en klik op de knop Item toevoegen.
  3. Kies Op het web uit de opties Het item is.
  4. Kies het type item:
    • ArcGIS Server webservice
    • KML
    • OGC WMS
    • Document—Documenten omvatten spreadsheets, presentaties, tabellen, afbeeldingen en andere documenten die op het web zijn opgeslagen. U hebt een organisatieaccount nodig om webdocumenten aan de site toe te voegen.
  5. Typ de REST-URL van de service of het document, bijvoorbeeld http://gisserver:6080/arcgis/rest/services/folder/service/MapServer.

    Als u de REST-URL van een ArcGIS Server-service zoekt, opent u de pagina Services Directory, http://gisserver:6080/arcgis/rest/services, en gaat u naar de service die u wilt delen. Vervolgens kopieert u de URL in de adresbalk van de browser. Voeg geen parameters, zoals een token, toe aan de URL.

  6. Als u een beveiligde service hebt toegevoegd die extern beschikbaar is, geeft u een gebruikersnaam en een wachtwoord op voor een account met toegang tot de service, en selecteert u of u de aanmeldingsgegevens wel of niet wilt opslaan bij het service-item. Als de aanmeldingsgegevens niet worden opgeslagen met het item, wordt u gevraagd om de aanmeldingsgegevens op te geven elke keer dat u toegang tot de service wilt. Als de aanmeldingsgegevens worden opgeslagen met het item, wordt u niet gevraagd om de aanmeldingsgegevens op te geven.
  7. Als u een OGC WMS hebt toegevoegd, kiest u de lagen die u wilt weergeven.
  8. Typ een titel.
  9. Typ labels.

    Labels zijn woorden of korte zinnen die het item beschrijven. Scheid termen door komma's. Provinciaal gebied wordt beschouwd als één label, maar Provinciaal, gebied wordt beschouwd als twee labels.

  10. Klik op de knop Item toevoegen.

Als het item is toegevoegd, verschijnt het in Mijn Content en kunt u de itemdetails bewerken en het item delen.

Apps toevoegen

Het toevoegen van een URL-verwijzing aan een bestaande desktop-, web- of mobiele app is een effectieve manier om uw werk te delen met leden van uw organisatie en het algemene publiek. Naast de URL kunt u andere details delen zoals het type app, het doel, een overzicht en beschrijving en een ZIP-bestand met de code die u hebt gebruikt om de app te maken. Als app-ontwikkelaar met een organisatieaccount kunt u uw app ook registreren en een app-ID verkrijgen.

Als u een app toevoegt aan ArcGIS Online, wordt alleen een verwijzing naar uw URL toegevoegd; de app-bestanden worden niet op de website opgeslagen.

TipTip:

Een andere manier om apps te delen met leden van uw organisatie en het algemene publiek is door apps met kaarten en galerijapps met groepen te maken.

Stappen:
  1. Controleer of u bent aangemeld.
  2. Open Mijn Content en klik op de knop Item toevoegen.
  3. Kies Een applicatie uit de opties Het item is.
  4. Kies het type item:
    • Webmapping—Een externe site met een eigen URL en gebouwd met een web-API zoals JavaScript.
    • Mobiel—Een downloadbare app voor apparaten die zijn gebouwd met een SDK zoals iOS.
    • Applicatie—Een bureaubladapplicatie of elk type generieke app waarvoor u geen details hebt over het doel, de API/SDK of het URL-adres.
  5. Kies voor webmapping of mobiel het doel van de app:
    • Klaar voor gebruik—Volledig functionerende website of mobiele app
    • Configureerbaar—Volledig functionerende app die kan worden gebruikt door configuratie van een bestand
    • Codevoorbeeld—Code voor een specifieke functie, ofwel een live voorbeeld ofwel een beschrijving van het gebruik van het voorbeeld in een app
  6. Voor webmapping of mobiel kiest u de API (webmapping) of SDK (mobiel) die is gebruikt om de app te maken.
  7. Typ voor webmapping of mobiel de URL van de app, bijvoorbeeld http://<myServer>/myWebMapApp.
  8. Typ een titel.
  9. Typ labels. U kunt ook klikken op de koppeling Kiezen uit uw labels om de lijst met eerder door u gebruikte labels te openen en de labels te kiezen die u voor dit item wilt gebruiken.
    Labels zijn woorden of korte zinnen die het item beschrijven. Scheid termen door komma's. Provinciaal gebied wordt beschouwd als één label, maar Provinciaal, gebied wordt beschouwd als twee labels. Het is handig om trefwoorden te gebruiken die aangeven hoe andere gebruikers uw app kunnen gebruiken (bijvoorbeeld codevoorbeeld, template of gebruikersapp).
  10. Klik op de knop Item toevoegen.

Als uw app is toegevoegd, verschijnt deze in Mijn Content en kunt u de itemdetails bewerken (om eventueel code toe te voegen) en de app delen met anderen.

Uw app registreren

Als u een app-ontwikkelaar bent met een organisatieaccount, kunt u uw app registreren en een app-ID verkrijgen. Met deze app-ID wordt uw app geïdentificeerd voor het platform in de context van zowel gebruikersaanmeldingen en app-aanmeldingen op basis van OAuth 2.0. De ID is eveneens de basis voor de distributie van apps, toegang tot factureerbare services en het opvragen van gebruiksrapporten. Zie ArcGIS for Developers voor meer informatie over authenticatie en OAuth 2.0.

Voordat u uw app kunt registreren, moet u deze toevoegen aan ArcGIS Online. Zie de vorige sectie voor details. Nadat u deze hebt toegevoegd, volgt u de onderstaande stappen om uw app te registreren en een app-ID en app-geheim te verkrijgen.

Stappen:
  1. Controleer of u bent aangemeld met uw organisatieaccount en klik op Mijn Content.
  2. Klik op de titel van de app die u wilt registreren om de itemdetails te bekijken.
  3. Ga naar beneden naar de sectie App-registratie en klik op de knop Registreren.

    Als u een generiek type app hebt toegevoegd, wordt de app automatisch geregistreerd en ziet u de knop Geregistreerde informatie in plaats van de knop Registreren. U kunt de informatie weergeven en bijwerken.

  4. Selecteer het type app: browser, native, server of meervoudig.
  5. Voer voor elke URI-omleiding het adres in de indeling http://<server>[:port] in en klik op de knop Toevoegen.

    URI-omleidingen zijn geldige adressen waarnaar gebruikers van uw app kunnen worden omgeleid na een succesvolle aanmelding.

  6. Als u een URI wilt verwijderen die u eerder hebt toegevoegd, selecteert u deze en klikt u op de knop Verwijderen.
  7. Klik op de knop Registreren.

App-registratiegegevens weergeven en bijwerken

Zodra u uw app hebt geregistreerd, kunt u registratiegegevens weergeven die een app-ID en een app-geheim bevatten. U kunt ook de URI-omleidingen bijwerken, het geheim opnieuw instellen en de registratie van de app ongedaan maken.

OpmerkingOpmerking:

Door het opnieuw instellen van het app-geheim worden alle bestaande gebruikers- en apptokens die voor de app worden gebruikt, ongeldig. Gebruikers moeten zich opnieuw bij de app aanmelden, en apps die met het geheim zijn geconfigureerd, moeten mogelijk worden bijgewerkt.

Stappen:
  1. Controleer of u bent aangemeld met uw organisatieaccount en klik op Mijn Content.
  2. Klik op de titel van de geregistreerde app.
  3. Ga naar beneden naar de sectie App-registratie en klik op de knop Geregistreerde informatie.

    U kunt de volgende details weergeven: app-ID, app-geheim, type app en URI-omleidingen.

  4. Als u de URI-omleidingen wilt bijwerken, volgt u de onderstaande stappen.
    1. Klik op de knop Bewerken boven aan de pagina met itemdetails.
    2. Ga naar beneden naar de sectie App-registratie en klik op de knop Bijwerken. Het venster Geregistreerde informatie wordt geopend.
    3. Als u een URI-omleiding wilt toevoegen, geeft u het adres op en klikt u op de knop Toevoegen.
    4. Als u een URI-omleiding wilt verwijderen, geeft u het URI-adres op en klikt u op de knop Verwijderen.
    5. Klik op Bijwerken.
    6. Klik op Opslaan onder aan de pagina met itemdetails.
  5. U kunt als volgt het app-geheim opnieuw instellen.
    1. Klik op de knop Bewerken boven aan de pagina met itemdetails.
    2. Ga naar beneden naar de sectie App-registratie en klik op de knop Bijwerken. Het venster Geregistreerde informatie wordt geopend.
    3. Klik op de knop Geheim opnieuw instellen.

      Door het opnieuw instellen van het app-geheim worden alle bestaande gebruikers- en apptokens die voor deze app worden gebruikt, ongeldig. Gebruikers moeten zich opnieuw bij de app aanmelden, en apps die met het geheim zijn geconfigureerd, moeten mogelijk worden bijgewerkt.

    4. Klik op Ja als u zeker weet dat u het app-geheim opnieuw wilt instellen.
    5. Klik op Bijwerken.
    6. Klik op Opslaan onder aan de pagina met itemdetails.
  6. Als u de registratie van de app ongedaan wilt maken, volgt u de onderstaande stappen.
    1. Klik op de knop Bewerken boven aan de pagina met itemdetails.
    2. Ga naar beneden naar de sectie App-registratie en klik op de knop Registratie van app ongedaan maken.

      Uw app is niet meer geregistreerd. U hoeft de pagina met itemdetails niet op te slaan.

2/14/2014