Tabellen weergeven

Als u informatie over objecten in een laag wilt bekijken, kunt u een interactieve tabel onder aan de kaart weergeven. Met een tabelweergave van de gegevens kunt u de informatie snel analyseren en meteen beslissingen nemen. U kunt de gegevens sorteren, wijzigen in grootte, opnieuw rangschikken en verbergen en u kunt specifieke attributen selecteren om weer te geven op de kaart. U kunt bijvoorbeeld een tabel tonen voor een misdaadlaag en de verschillende soorten misdaad in uw wijk van de afgelopen twee jaar bekijken. U kunt de kolommen opnieuw schikken, zodat het type en de datum van een misdaad naast elkaar staan, bepaalde kolommen met gegevens verbergen, omdat deze niet relevant zijn voor de taak, en op de kaart inzoomen op een specifieke misdaad die u verder wilt onderzoeken.

Tip:

Tabellen weergeven kan een handige manier zijn om te kijken welke objecten op uw kaart zullen worden weergegeven. Als de laag objecten bevat die niet belangrijk zijn voor uw publiek, kunt u een meer doelgerichte weergave van de laag instellen door filters toe te passen.

Een tabel tonen

Stappen:

1. Open de kaart met de objectgegevens die u in een tabel wilt weergeven.
2. Klik op de knop Inhoud in het deelvenster Details.
3. Blader naar de objectlaag en klik op de pijl rechts van de laagnaam.
4. Klik op Tabel weergeven. De tabel verschijnt onder aan uw kaart.
5. Klik op Tabel verbergen om de tabelweergave in de kaart te sluiten.

Tabelopties

Als u een tabel weergeeft, kunt u de grootte ervan wijzigen, een record selecteren en ernaar inzoomen op de kaart en kolommen verbergen of weergeven.

• Als u een object op de kaart wilt bekijken, klikt u op een record (rij) in de tabel, klikt u op de pijl rechts van Tabelopties en klikt u op Zoomen naar selectie.
• Als u meerdere objecten op de kaart wilt bekijken, houdt u de Shift-toets ingedrukt en selecteert u meerdere records of een reeks met records. Houd de Ctrl-toets ingedrukt om twee of meer niet-aaneensluitende records te selecteren.
• Als u een selectie wilt wissen, klikt u op Selectie wissen. Deze optie is handig als u de selectie van alle geselecteerde records wilt opheffen.
• Als u attribuutvelden wilt verbergen of weergeven, klikt u op de pijl rechts van Tabelopties en klikt u op Kolommen weergeven/verbergen. Vink vakjes aan om attribuutkolommen weer te geven. Vink vakjes uit om ze te verbergen.
• Als u een query-expressie wilt maken die filtert welke objectgegevens in de kaart en tabel verschijnen, klikt u op de pijl rechts van Tabelopties en klikt u op Filteren.
• Alleen voor lagen van imageservices; als u de zichtbare rasters en de huidige pixelgrootte in uw huidige interessegebied wilt selecteren, klik dan op de pijl rechts van Tabelopties en klik op Zichtbare rasters selecteren.
• Alleen voor lagen van imageservices; als u geselecteerde rasters wilt weergeven, klik dan op de pijl rechts van Tabelopties, selecteer een of meer rasterrijen en klik op Geselecteerde rasters weergeven.
• Alleen voor lagen van imageservices; als u alle rasters wilt weergeven, klik dan op de pijl rechts van Tabelopties, selecteer een of meer rasterrijen, klik op Geselecteerde rasters weergeven en klik op Alle rasters weergeven (nadat u Geselecteerde rasters weergeven hebt geselecteerd, verandert de knopnaam in Alle rasters weergeven.)
• Als u de kolommen opnieuw wilt schikken, sleept u de kolomkopteksten naar links of rechts.
• Als u de hoogte van de tabel wilt wijzigen, sleept u de splitsbalk in het midden boven de tabeltitel naar omhoog of omlaag.
• Als u de tabel wilt verbergen, klikt u op de X in de rechterbovenhoek van de tabel of klikt u op Tabel verbergen in het laagmenu.

Overwegingen bij het weergeven van een tabel

• U kunt een tabel weergeven voor de volgende laagtypen: ArcGIS Server 10 SP1 en later: feature- en mapservices, gehoste objectlagen, gehoste tilelagen met gekoppelde attribuutgegevens en shapefiles, GPX-bestanden en CSV (bestanden en web).
• Tabellen geven dezelfde attribuutvelden en opmaak weer die in pop-ups worden geconfigureerd. U kunt een veldnaam wijzigen door de veldalias te bewerken in het venster Attributen configureren van de Eigenschappen pop-up. Als u updates in de configuratie van pop-ups uitvoert terwijl de tabel is geopend, moet u de tabel verbergen en opnieuw weergeven om de updates te zien.
• Als u één record selecteert om naar in te zoomen, zoomt de kaart in naar het extent van het object als het object een lijn of polygoon is. Als het object een punt is, pant de kaart naar het object en zoomt deze, indien nodig, in naar een schaal waarop het object zichtbaar is.
• Als u meerdere records selecteert om naar in te zoomen, zoomt de kaart in naar het extent van alle objecten. U ziet mogelijk niet alle objecten, als het extent van alle geselecteerde objecten zich buiten het zichtbaarheidsschaalbereik van de laag bevindt.
• Als u een record in de tabel hebt geselecteerd en vervolgens een pop-up op de kaart opent, wordt de selectie in de tabel gewist.
• Als de laag verborgen is op de kaart, kunt u niet inzoomen op een selectie.