Zichtbaarheidsbereik instellen
Als een kaartlaag wordt ingeschakeld in de lijst met kaartlagen, zal de ArcGIS.com map viewer deze normaal gezien tekenen. Terwijl u uitzoomt kan het echter moeilijk worden om meer gedetailleerde informatie te zien, en als u inzoomt kan de informatie te ruw worden weergegeven. Hoewel u een kaartlaag kunt uitschakelen, kan dit onhandig en tijdrovend zijn, in het bijzonder als uw kaart verschillende kaartlagen bevat of als u de schaal vaak wijzigt terwijl u werkt.
U kunt bepalen met welke schaal een laag op uw kaart wordt weergegeven door een zichtbaarheidsbereik op de laag in te stellen. Als u eigenaar bent van de kaartlaag, kunt u de eigenschap zichtbaarheid opslaan met het item, zodat hetzelfde schaalbereik wordt toegepast telkens wanneer de laag in een kaart wordt weergegeven.
- Controleer of u bent aangemeld als u de wijzigingen wilt opslaan in een kaart waarvan u de eigenaar bent of als u een kopie wilt opslaan van een kaart waarvan iemand anders de eigenaar is.
- Open de kaart die u wilt wijzigen in de ArcGIS.com-map viewer.
- Klik op de knop Details.
- Klik op de knop Inhoud kaart weergeven.
- Blader naar de kaartlaag waar u een zichtbaarheidsbereik wilt instellen.
- Klik op de pijl rechts van de laagnaam.
- Klik op Zichtbaarheidsbereik instellen.
- Kies het minimumschaalbereik of klik op de knop Huidige gebruiken om het huidige bereik van de kaart te gebruiken.
- Kies het maximumschaalbereik of klik op de knop Huidige gebruiken om het huidige bereik van de kaart te gebruiken.
- Als u eigenaar bent van de kaartlaag en u het zichtbaarheidsbereik wilt toepassen op het item telkens wanneer dit wordt weergegeven in een kaart, klikt u op Kaartlaag opslaan.
- Klik op Opslaan om de wijzigingen op te slaan in de kaart.