CSV-, TXT- en GPX-bestanden
U kunt objecten aan uw kaart toevoegen door gegevens te importeren die zijn opgeslagen in een door komma's of tabs gescheiden tekstbestand (.csv of .txt) of GPS Exchange Format (.gpx)-bestand. De ArcGIS.com-map viewer voegt de locatiegegevens toe, tekent voor elk item in het bestand objecten op de kaart en slaat de informatie als laag op in de kaart. Zodra u uw objectbestand aan de kaart hebt toegevoegd, kunt u de eigenschappen van de gemaakte laag bewerken. U kunt bijvoorbeeld pop-ups configureren, symbolen wijzigen, het zichtbaarheidsbereik instellen, bewerkingen mogelijk maken en pop-ups verwijderen.
Tekstbestanden
U kunt objecten van een tekstbestand met scheidingstekens (.txt) of een tekstbestand met door komma gescheiden waarden (.csv) toevoegen met de lengtegraad/breedtegraad of adresgegevens. Het bestand moet minimaal één stel coördinaatvelden hebben of een of meer adresvelden. De eerste rij moet de naam van de locatievelden bevatten. Als uw bestand velden voor lengtegraad/breedtegraad bevat, worden die gebruikt voor het lokaliseren van de objecten op de kaart. Als uw bestand adresgegevens bevat, of als de lengtegraad/breedtegraadinformatie niet door de map viewer kan worden vastgesteld, wordt u gevraagd de locatievelden te controleren en eventueel te wijzigen.
De volgende velden worden ondersteund:
- Breedtegraad, lengtegraad
- Lengte, Breedte
- Y, X
- Ycentrum, Xcentrum
- Punt_y, Punt_x
- Adres
- Stad
- State,Staat
- PC
Overwegingen bij het toevoegen van tekstbestanden
- Hoe meer adresvelden u toevoegt hoe accurater uw geocodes zullen zijn. Adres plus postcode zal bijvoorbeeld een beter resultaat geven dan alleen het adres.
- Het adresveld kan meerdere onderdelen van een adres bevatten (ook geocoderen met één regel genaamd).
- De ArcGIS.com-map viewer ondersteunt geen landveld. Deze geocodeert standaard adressen op basis van de regio van uw organisatie. U kunt een ander land selecteren wanneer u uw bestand toevoegt. Als uw bestand adressen uit meerdere landen bevat, selecteert u Wereld.
- Velden worden gescheiden door een komma, puntkomma of tab. Andere scheidingstekens worden niet ondersteund.
- Breedtegraad- en lengtegraadgegevens moeten een notatie in decimale graden hebben.
- De ArcGIS.com-map viewer kan mogelijk geen kaartlaag maken van het tekstbestand als het bestand meer spaties dan scheidingstekens bevat in de veldnamen (de eerste regel van het bestand). Verwijder een aantal spaties in de veldnamen en probeer het bestand opnieuw toe te voegen.
- Volgorde en hoofdletter/kleine letter zijn niet van belang (u kunt bijvoorbeeld 519 East 86 Street, New York, NY, 10028 of new york,10028,519 east 86 street,ny gebruiken.
- Bij gebruik van lengtegraad/breedtegraad worden de eerste 1000 rijen objecten op de kaart getoond. Als u Internet Explorer 7 of 8 gebruikt bij het toevoegen van uw bestand, worden de eerste 750 rijen met objecten afgebeeld. Bij het gebruik van adressen worden de eerste 250 rijen met objecten getoond. Als u over publicatiemachtigingen beschikt in uw organisatie, kunt u een groter aantal objecten aan uw kaart toevoegen door een gehoste objectweblaag te publiceren.
- Mozilla Firefox of Google Chrome geven de beste resultaten. Met deze browsers kunt u uw bestand rechtstreeks naar de kaart slepen en maximaal 1000 objecten met lengtegraad/breedtegraadinformatie importeren. Met Internet Explorer 9 en 10 kunt u maximaal 1000 objecten met lengtegraad/breedtegraadinformatie importeren, maar u kunt niet slepen en neerzetten. Internet 7 en 8 kunnen niet meer dan 750 objecten importeren (en u kunt uw bestand niet slepen en neerzetten). Geen van de browsers kan in het geval van adresgegevens meer dan 250 objecten importeren.
- Als uw gegevens Franse, Russische, Griekse, Japanse of Arabische tekens bevatten (in het kort, alle tekens die niet tot de Engelse taal behoren) moet het te importeren bestand een Unicode- of UTF-8-bestand zijn, en geen ASCII. Als u een ASCII-bestand importeert met tekens die niet tot de Engelse taal behoren, kunnen de tekens verkeerd worden weergegeven. U kunt een tekstbestand in Windows opslaan als UTF-8 of Unicode. Open het bestand in een teksteditor zoals Kladblok, kies Bestand > Opslaan als. Kies UTF-8 of Unicode in de vervolgkeuzelijst Codering onder aan het dialoogvenster Opslaan als.
- Als uw CSV- of TXT-bestand is opgeslagen op een openbaar toegankelijke website en lengtegraad/breedtegraadinformatie bevat, kunt u er online naar verwijzen als laag. Wanneer u de kaart opent, worden de laatste gegevens uit uw bestand getoond. U kunt een CSV- of TXT-bestand met adresinformatie vanaf het web toevoegen, maar het bestand wordt met de kaart opgeslagen. Updates die op het web aan het oorspronkelijke CSV- of TXT-bestand worden aangebracht, worden niet doorgevoerd in de kaart.
- Als u een CSV-bestand dat numerieke velden met decimalen bevat vanaf het web toevoegt, moeten de decimale tekens in uw bestand overeenstemmen met de notatie die uw systeemtaal ondersteunt. Als uw systeem bijvoorbeeld is ingesteld op Engels, moet uw bestand punten gebruiken als decimalen. Als uw systeem is ingesteld op Frans, moet uw bestand komma's gebruiken als decimalen.
- U kunt een CSV-bestand toevoegen en delen (met inbegrip van een bestand met adresgegevens) als een item op de website dat anderen kunnen downloaden. Het bestand kan niet worden weergegeven met de map viewer.
GPX-bestanden
U kunt met een GPS-apparaat vastgelegde gegevens toevoegen door de gegevens om te zetten naar een GPS Exchange Format (.gpx) bestand. Er is een grote hoeveelheid apparaten van derden om deze conversie mee uit te voeren. De volgende soorten gegevens worden ondersteund:
- Waypoints—Dit zijn punten die de GPS-gebruiker handmatig vastlegt, vaak een naam, om plaatsen op de kaart te markeren.
- Banen—Dit zijn punten die het GPS-apparaat automatisch met een periodieke interval heeft vastgelegd. Banen worden als lijnobjecten weergegeven.
- Routes—Dit zijn punten die het GPS-apparaat gebruikt om naar een bepaalde locatie te navigeren. Routes worden als lijnobjecten weergegeven.
De ArcGIS.com-map viewer toont de eerste 1000 objectlagen in uw bestand.
Als er geen symbool wordt gespecificeerd of als het symbool geen deel uitmaakt van de symbolenset in de ArcGIS.com-map viewer, wordt een standaard waypoint-symbool gebruikt.