Shapefiles
Een shapefile is een Esri opslagindeling voor vectorgegevens voor het opslaan van de locatie, de vorm en de kenmerken van geografische objecten. Het wordt opgeslagen als een set verwante bestanden en bevat een featureklasse. Shapefiles bevatten vaak grote objecten met een groot aantal bijbehorende gegevens, ze worden al lange tijd gebruikt in GIS-desktopapplicaties zoals ArcGIS for Desktop en ArcGIS Explorer Desktop. Een shapefile met een kleine hoeveelheid gegevens, gewoonlijk minder dan 1000 objecten, kunt u door anderen in een browser laten weergeven door het als een ZIP-bestand met SHP-, SHX-, DBF- en PRJ-bestanden toe te voegen aan een kaart die u hebt gemaakt met de ArcGIS.com-Map viewer.
Als u een shapefile toevoegt, zet de ArcGIS.com-map viewer het om naar een formaat dat webclients snel kunnen lezen en weergeven. U kunt de kwaliteit van de weergave verder verbeteren door de objecten in uw shapefile te generaliseren. Dit verkleint de shapefile door de objecten te vereenvoudigen, dit komt vaak van pas bij gegevens op kleine schaal.
Objecten generaliseren voor webweergave
Shapefiles bevatten vaak grote objecten met een hoop bijbehorende gegevens. Kleinere objecten met minder gegevens zijn vaak nodig om de shapefile online juist weer te geven. Het generaliseren van objecten is een van de manieren om de grootte van de shapefile te reduceren en zo de online weergave te verbeteren. U kunt de objecten generaliseren met behulp van een desktopapplicatie als ArcGIS for Desktop, of u kunt de ArcGIS.com-Map viewer het generaliseren laten uitvoeren als u het bestand toevoegt aan uw kaart. Generaliseren vermindert de precisie van de shapefile-laag tot ongeveer 1 meter in Web Mercator en verwijdert vertexen binnen 10 meter in Web Mercator. Dit leidt niet tot verlies aan informatie of een minder accurate weergave van uw objecten maar het reduceert de algehele grootte van uw gegevens waardoor uw laag snel kan worden weergegeven op de kaart.
Generaliseren werkt niet goed op samenvallende polygone objecten die bedoeld zijn voor grootschalige weergave omdat het enige korreligheid in de polygonen veroorzaakt. Voor grootschalige samenvallende polygonen kunt u ervoor kiezen de objecten te behouden als u een relatief kleine hoeveelheid gegevens hebt; als u een grote hoeveelheid gegevens hebt, kunt u featureservices maken met ArcGIS for Server. Als u over publishermachtigingen in uw organisatie beschikt, kunt u ook objectlagen maken door objecten te publiceren.
Overwegingen bij het toevoegen van shapefiles
Shapefiles waren oorspronkelijk bedoeld voor het uitvoeren van geoprocessing op desktopapps. Ze worden nu ondersteund door een aantal webbrowserclients, met inbegrip van de ArcGIS.com-Map viewer. Er zijn een aantal beperkingen aan wat de webbrowser ondersteunt.
Best practices
Hieronder volgt een aantal best practices bij het gebruik van shapefiles in de ArcGIS.com-Map viewer.
- Kies voor het generaliseren van objecten voor online weergave als u een grote hoeveelheid objecten op kleine schaal wilt weergeven en als u uw vertexen nog niet hebt gegeneraliseerd in ArcGIS for Desktop.
- Maak een zip-bestand met de .shp-, .shx-, .dbf- en .prj-bestanden waaruit de shapefile bestaat.
- Sla uw shapefile rechtstreeks op de root (de centrale map) van het zip-archief op en niet in mappen binnen het archief. Als het .zip-bestand de padgegevens afbeeldt, moet dit pad leeg zijn.
- De naam van de nieuwe laag is gelijk aan de naam van het zip-bestand dat u hebt toegevoegd. U kunt het bestand een andere naam geven voordat u het toevoegt aan de kaart, of de laag een nieuwe naam geven zodra deze onderdeel is van de kaart.
- Standaard gecomprimeerde zip-bestanden toevoegen.
- Zorg dat uw bestand niet meer dan 1000 shapefile-objecten bevat.
- Als u een bestand wilt toevoegen met minder dan 1000 objecten, kan de foutmelding worden weergegeven dat de shapefile te groot is om aan de kaart toe te voegen. Dit gebeurt als de uitgepakte gegevens te groot zijn om in een webbrowser te kunnen worden afgebeeld. Vaak kunt u door de objecten te generaliseren de algehele grootte terugbrengen zodat de shapefile aan de kaart kan worden toegevoegd. Als dit niet werkt, moet u wellicht een featureservice maken met ArcGIS for Server. Als u over publishermachtigingen in uw organisatie beschikt, kunt u objectlagen maken door objecten te publiceren. U kunt uw objecten ook onderverdelen in meerdere shapefiles, maar dit kan resulteren in een kaart die er te lang over doet om te worden weergegeven.
- De shapefile moet geldige geometrieën bevatten. Als u beschikt over ArcGIS for Desktop, kunt u Repair Geometry gebruiken om ongeldige geometrieën in shapefiles te corrigeren.
- Voeg aan de shapefile een .prj-bestand toe waarin het coördinatensysteem van de gegevens is gedefinieerd. Als u over ArcGIS for Desktop beschikt, kunt u het coördinatensysteem van een shapefile definiëren waarmee een correct PRJ-bestand voor de shapefile wordt gemaakt.
Beperkingen
Hieronder volgt een aantal beperkingen bij het gebruik van shapefiles in de ArcGIS.com-map viewer.
- Andere compressieformaten dan .zip worden niet ondersteund.
- Bestanden met meer dan 1000 objecten kunnen niet aan een kaart worden toegevoegd.
- De volgende velden worden niet ondersteund: multipatch of multipoint geometrieën, geometrieën die de datumgrens overschrijden of zelf-intersecties in polygonen. Shapefiles met deze objecten kunnen niet aan een kaart worden toegevoegd.
- Shapefiles kunnen niet rechtstreeks naar de ArcGIS.com-map viewer worden gesleept. U moet de knop Toevoegen in de map viewer gebruiken.